Het begin van de Coronacrisis was voor mij het moeilijkste: aanvoelen dat er maatregelen gingen komen en een 'lockdown' zou kunnen, maar niet weten wanneer, zette mij onder grote druk. Temeer omdat ik niet goed wist hoe het met thuiswerken zou verlopen. Er was mij wel aangegeven dat ik dat maar hoefde te vragen, maar dat viel mij moeilijk (misschien ook door de verhoogde spanning die misschien mijn compensatievaardigheden aantastte). Gek genoeg ging het beter na de laatste resem maatregelen en de boodschap 'Blijf in uw kot': ik dacht dat ik wist waar ik aan toe was. Maar nu men begint te speculeren over verlenging begint het weer te knagen.
In die eerste dagen leek mijn 'brein' ook maar net de snelheid waarmee de nieuwigheden zich aandienden te kunnen volgen. Ik heb het gevoel dat mijn autisme, voor mezelf, in deze periode weer iets duidelijker naar de voorgrond komt. Ik bedacht een aantal aanpassingen die me helpen om houvast te vinden in een dagelijkse routine.
Ik schakel bewust en vermijd daardoor in een vage toestand, van een continue mix van werk en privé, terecht te komen.
In mijn structuur leg ik de link naar de vroegere vertrouwde structuur. Zo ‘wandel ik ’s ochtends naar mijn werk’. Op die manier leg ik de link naar een vertrouwd begin van de dag. Al is het dan niet fietsen naar de trein en een treinrit. Ik bouw een moment in waarop ik bewust schakel, daardoor vermijd ik op lange termijn in een vage toestand terecht te komen van een continue mix van werk en privé. Dat laatste zorgt ervoor dat ik oververmoeid raak, heb ik al eerder ervaren.
Bijkomend voordeel is dat ik hierdoor een routine van beweging inbouw. Dit was zeker in de eerste dagen, toen ik bang was om naar buiten te gaan, belangrijk. Het is ook moeilijk voor mij om zomaar zonder doel naar buiten te gaan en de start van mijn werkdag uit te stellen. Maar beweging helpt me ook tegen de stress.
Ik probeer nu ook 's avonds 'van het werk naar huis' te wandelen en heb al een keer tegen mijn moeder gegrapt dat ik nat was geworden op de terugweg naar huis.
Ik probeer de structuur van een werkdag om te zetten naar thuis. Ook dat creëert voor mij vertrouwdheid. Op het werk eet ik vaak iets gezonds om 10 uur en 11 uur. Tenzij ik me echt niet goed voelde, probeerde ik thuis tot die uren te wachten en dat dan te doen.
In het begin merkte ik dat ik het gevoel had te 'verdrinken' in het feit dat alles nu wekenlang thuis zou gebeuren. Structuur van een werkdag aanhouden gaf die eerste uren van de maatregelen niet voldoende houvast. Ik begon met mijn bureaustoel aan de tafel waar ik werkte te zetten (ik kan tijdelijk mijn bureau niet gebruiken). En in mijn lunchpauze en 's avonds veranderde ik van stoel. Ik voelde mij er vrij snel rustiger door: de context voel ik nu, de stoel zit anders, of zie ik.
Mijn slaapkamer behield ik als plek waar ik me focus op rust en probeer de zorgen niet toe te laten.
Hoewel ik videobellen vroeger vaak als heel prikkelend ervaarde, deed het me nu deugd om mijn vriendinnen te zien en dus ook echt te zien dat het goed met ze gaat. In de tijd dat mijn hoofd vol zat met de situatie te verwerken, hoefde ik geen denkcapaciteit te gebruiken om me mijn vriendinnen (en hun gevoelens) voor te stellen.
Via videobellen kan een ander je ook helpen zonder aanwezig te zijn. Zo heb ik bijvoorbeeld de onderkant van de verwarmingsketel, waar ik een probleem mee heb, laten zien via mijn smartphone.
Mensen die expliciet laten blijken je te bellen om je te steunen, helpt ook. Anderzijds kan ik niet veel contacten aan, omdat mijn hoofd al zijn werk heeft met de situatie verwerken (en met het voltijds werken).
Eén collega stuurde in het begin uit zichzelf regelmatig een appje "Hoe gaat het met je, Paulien?". In een periode waarin het autisme meer op de voorgrond treedt en daarbij mijn angst om mensen lastig te vallen, is dat een grote hulp.
Sowieso is er bij ons een grote solidariteit onder collega's. Ook andere collega's zijn heel attent en meelevend, zonder hun meelevendheid rechtstreeks aan mijn autisme te linken. Dat steunt op een heel toffe manier!
Mijn slaapkamer en mijn bed behield ik als plek waar ik me focus op rust en probeer de zorgen niet toe te laten. Ik probeer me in te prenten dat dat een veilige plek is, wat er ook zou gebeuren.
Een kantelmoment was ook het moment waarop mijn begeleidster me uitlegde dat "Het virus wordt overgedragen via de adem" niet betekent dat de lucht buiten vol virussen zit, omdat mensen er uitademen. Het virus verdwijnt blijkbaar snel als het in de lucht is. Sindsdien voel ik mij minder onveilig buiten.
Momenteel ben ik gespannen over de eerste online-vergadering die eraan komt, hoewel ik het ook enorm interessant vind om dat uit te proberen. Ik hoop dat ik de techniek snel genoeg onder de knie krijg om een echte inbreng te kunnen hebben.
Verder merkte ik gisteren dat ik na een week zonder livegesprekken al het gevoel had te moeten graven naar 'hoe ging dat ook al weer'. Ik hoop dat de quarantaine niet te lang duurt of dat ik de tijd krijg om de vaardigheid daarin na de quarantaine weer op te bouwen.
Het zou fijn zijn als er een artikel van professionele deskundigen zou verschijnen over welke extra uitdagingen mensen met autisme en een gemiddelde intelligentie tijdens deze periode ervaren. De uitspraak: 'We ervaren dat allemaal' ligt nu helemaal voor de hand.
Paulien