Ons Pad: van diagnose naar leven op de boerderij

Begin 2022 lieten mijn man en ik ons mooie leven in België achter ons. We gingen samen op zoek naar meer verbinding en harmonie met onszelf en de natuur, en als het even kon een zo zelfvoorzienend mogelijk leven. De nood om het anders te doen was groot, al jaren. Toen ik in 2020 de diagnose autisme kreeg, bevestigde die alleen maar wat ik al wist: ergens wachtte me een anders leven, met minder pikkels en verplichtingen, meer rust en vrijheid. Ondanks (of is het net dankzij?) mijn autisme, wist ik alles tot in de puntjes voor te bereiden en de grote stap te zetten. In mei 2025 verscheen mijn boek hierover: Ons Pad – anders gaan leven in Portugal. 

2020 was voor de hele wereld een speciaal jaar, omdat de COVID-pandemie in volle kracht toesloeg. Voor mij was het dat ook om andere redenen. Ik was al langer bezig met zelfontwikkeling en wilde de beste versie van mezelf worden. Door de vrijgekomen tijd en ruimte ging ik nog nieuwsgieriger en kritischer kijken naar mezelf, mijn denk- en gedragspatronen. Ik had al verschillende technieken en methodes geprobeerd om bepaalde obstakels te overwinnen en patronen te veranderen, maar er leek een plafond te zitten op mijn kunnen. Ondanks mindfulness, meditatie en NLP, bleef ik het bijvoorbeeld moeilijk vinden om ontspannen te zijn bij sociale contacten, blokkeerde ik als de planning veranderde en raakte ik helemaal uitgeput door drukte en luide geluiden. Ik liep ergens tegenaan. In mijn achterhoofd speelde al een tijdje iets wat een goede vriendin me een tweetal jaar voordien voorzichtig vroeg: ‘Heb je er weleens over nagedacht dat je autismespectrumstoornis (ASS) zou kunnen hebben?’ Zij werkte met mensen met ASS en herkende een heleboel kleine symptomen zoals het kaarsrecht zetten van alles wat verplaatsbaar is, mijn manier van sociale omgang, hoe ik omging met geluid en licht, mijn hyperstrakke planningen... Ik viel toen totaal uit de lucht, maar schreef het niet af. 

"De gelijkenissen waren mindblowing."

Een tijdje later kwam het boek Anders gaat ook van Elise Cordaro op mijn pad, geschreven door een vrouw met autisme en ADHD. Wat mijn leeftijdsgenote schreef, was voor een groot deel zo bizar herkenbaar dat ik er drie weken niet goed van was. De gelijkenissen waren mindblowing. Zo beschreef Elise bijvoorbeeld hoe het voor haar was om naar de supermarkt te gaan: felle lichten, te veel mensen en producten die telkens verplaatst worden. Net als zij vond ik het vreselijk en probeerde ik zo kort en efficiënt mogelijk te winkelen. Met een lijstje natuurlijk, in de volgorde van de rayons. Wanneer de vaste producten niet op hun gewoonlijke plek stonden, moest ik net als haar weer een kleine error in mijn hoofd verwerken. Tot ik dat soort voorbeelden las, dacht ik dat iedereen zo functioneerde. Niet dus. Het was de eerste keer dat het leek alsof iemand mijn gedachtegang en gedragingen had neergepend. Zowat alles waar ik tegenaan liep. In ADHD kon ik me niet vinden, maar wat Elise voor de rest beschreef, was wat ik elke dag beleefde. Was dat dan niet hoe iedereen dacht? Het inzicht dat ik misschien weleens echt ASS zou kunnen hebben, zonk langzaam in. Ik sprak erover met mijn man Jannick en enkele vertrouwelingen. Tot mijn grote verbazing bevestigden ze dat zij de wereld op een andere manier zagen en anders nadachten over dingen. Sociale contacten kostten geen moeite, maar leverden juist energie op. Wanneer de planning veranderde, pasten ze zich moeiteloos aan. Een beetje later vertrekken dan afgesproken? Geen probleem, terwijl dat voor mij als een ramp kon voelen. En hoe kon het dat ze over een drukke markt konden lopen zonder er daarna van te moeten bekomen en rust op te zoeken? Ze zeiden dat ze er niet van zouden schrikken als ik ASS zou hebben. Ik stond perplex. Beleefde ik de wereld dan al eenendertig jaar op een andere manier dan de meeste mensen? Was dat waarom ik me altijd en overal een buitenbeentje voelde? Waarom sommige dingen maar niet lukten, ook al probeerde ik ze uit te voeren met alles wat ik had? Dat ik me ongemakkelijk voelde in situaties die anderen vanzelfsprekend vonden? Was er een reden waarom ik zoveel sneller gespannen raakte dan de meeste mensen?

“Wat als ik ASS had?”

De diagnose


Het boek van Elise liet weinig ruimte voor twijfel, maar wie ben ik om mezelf te diagnosticeren? Ik heb er meer dan een half jaar over nagedacht of ik er nood aan had om een onderzoek te laten doen of niet. Zou ik er iets aan hebben? Wat als ik ASS had? Dan zou ik een stempel krijgen, maar meer ook niet. Toch bleef het knagen. Ik wilde weten hoe ik neurologisch in elkaar stak en werd steeds nieuwsgieriger naar mijn eigen brein. In de zomer van 2020 kwam het tot een hoogtepunt en besloot ik diagnosecentrum Triangel te contacteren. Zij zouden me onderzoeken en nadien een diagnose stellen en advies geven. En als er niks te diagnosticeren zou zijn, dan kreeg ik toch nog advies.


Acht onderzoeksuren, een psycholoog, een psychiater en een auticoach later werd mijn vermoeden bevestigd: ik heb autisme. Tijdens het traject werd dat al gesuggereerd, dus ik schrok er niet meer van. De onderzoekers waren het eens dat ik doorheen mijn leven heel goed geworden was in het camoufleren en compenseren van mijn autismespectrumstoornis. Dat is ook iets wat me pas tijdens het onderzoek opviel: de grote mate waarin ik me constant bewust ben van alles en probeer te passen in het geheel, een rolletje speel zodat ik maar als ‘normaal’ gezien word. De moeilijke kanten van ASS probeer(de) ik uit alle macht te verstoppen. Het kostte me tonnen energie. Van de professionals hoorde ik dat ik goed bezig was, dat de meeste mensen met ASS geen vaste relaties kunnen behouden, weinig vrienden hadden en vaak niet werkten, dat ik heel trots mocht zijn dat ik zo ver gekomen was. Zo voelde het niet voor mij. Ik hoopte door de diagnose handvatten te krijgen om er beter mee om te gaan, maar blijkbaar had ik die zelf al ontdekt en verzonnen. Zo zette ik al jaren ‘leegte’ in mijn agenda, om te bekomen van alle andere dingen. Meerdere avonden na elkaar sociale afspraken plannen deed ik ook al een tijdje niet meer. Ik droeg bijna altijd een zonnebril tegen het voor mij veel te felle licht en had altijd oordopjes bij de hand voor luide plekken. Voor netwerkevents of andere evenementen waar ik voor uitgenodigd werd, probeerde ik meestal een uitvlucht te zoeken. Mijn vrije tijd gebruikte ik vaak om alleen te zijn, te lezen en mijn favoriete muziek te luisteren, zodat ik weer kon opladen. Dat deed ik allemaal niet omdat het kon, maar omdat het moest om een leefbaar leven te leiden.

Hogere levenskwaliteit


De diagnose bracht me wel rust. De maanden nadien vielen er ontelbare puzzelstukjes in elkaar. Ik begon mezelf steeds beter te begrijpen en hield rekening met mijn noden en behoeftes. Eindelijk begreep ik waarom ik spanning voelde in sociale situaties, snel overprikkeld raakte op drukke plaatsen en vaak een andere blik had op bepaalde zaken. Omdat ik wist dat het door autisme kwam, begon ik mijn leven anders in te delen, op maat van mezelf, niet op die van de buitenwereld. Ik besloot nog maar twee sociale activiteiten per week te plannen en wees de rest af. Na een drukke dag zorgde ik ervoor dat ik daarna uren vrij had om weer op te laden. De druk om overal bij te willen zijn viel volledig weg. Ik wist dat ik me beter zou voelen als ik meer voor mezelf zou kiezen, dat mijn levenskwaliteit dan veel hoger zou liggen. Luide plekken vermeed ik nog meer, en mijn man stelde voor dat hij de wekelijkse boodschappen in de supermarkt zou doen. Voor het eerst vond ik het helemaal niet meer erg om het buitenbeentje te zijn. Ik had mededogen met mezelf en eiste niet meer zoveel dingen die niet goed voor me waren. De combinatie van de diagnose en eigen inzichten zorgde ervoor dat mijn gedachte- en gedragspatronen radicaal veranderden. Ik was niet meer boos op mezelf omdat iets niet lukte of minder goed ging. ‘Nee’ zeggen op een uitnodiging ging opeens een stuk makkelijker. Omdat ik voelde dat ik het de enige manier was om me goed te voelen, checkte ik doorheen de dag bij mezelf wat ik voelde en nodig had. Ik werd minder streng in het afwerken van mijn eindeloze lijstjes en plande over het algemeen minder activiteiten. Waar ik voordien het idee had dat ik altijd moest praten om controle te houden over de situatie en niet nog ongemakkelijker te worden, leerde ik dat zwijgen ook een deugd kon zijn. Mijn levenskwaliteit schoot de hoogte in. Het voelde alsof ik eindelijk mezelf kon zijn en erop vertrouwde dat ik goed bezig was. De ASS gaf me niet alleen moeilijkheden, maar ook veel mooie dingen zoals mijn groot gevoel voor rechtvaardigheid, mijn sterke concentratie en nauwgezetheid, mijn loyaliteit en betrouwbaarheid en het altijd goed georganiseerd zijn.

“Voor het eerst vond ik het helemaal niet meer erg om het buitenbeentje te zijn.”

Onbewust had ik mijn leven al voor de diagnose zo ingericht dat het haal- en vooral leefbaar was. Voltijds buitenshuis werken had ik al vier jaar eerder opgegeven na het fiasco bij Kantoor Kafka (waar ik mijn eerste boek over schreef). Ik had voor mezelf al een aantal jaren beslist dat ik minder sociale afspraken en evenementen wilde plannen, hield ruimte vrij in mijn agenda, zocht prikkelvrije werkruimtes op, droeg vaker oordoppen, vroeg Jannick feedback over onzekerheden, probeerde mijn strakke planningen te beperken omdat anderen dat niet leuk vonden en vermeed vaker sociale situaties met onbekenden (of net niet: veel te veel praten ter compensatie van het misschien ongemakkelijk kunnen worden) en luide plekken.

Trage reis door Frankrijk


Toen ik de psychiater tijdens het diagnosetraject over onze toekomstplannen vertelde, klaarde zijn gezicht helemaal op. Hij bevestigde dat ik onbewust al helemaal in de richting evolueerde van een leven met nog veel minder prikkels, mijn eigen planning, minder sociale verplichtingen, en meer kansen om me te richten op mijn passies zoals ecologie en duurzaamheid. De toekomst sloot helemaal aan bij mijn behoeftes. Dat stelde me gerust, al had ik zijn goedkeuring niet nodig en waren we al in volle voorbereiding voor vertrek. We werkten ons huis tot in de puntjes af om te verkopen, renoveerden intussen een oude camper en vertrokken begin 2022 voor een trage reis door Frankrijk. Het afscheid van België, het huis en spullen stelde niets voor, maar dat van mijn geliefden wel. Eindelijk had ik het sterke netwerk rond me waar ik als tiener van droomde, de vrienden waarop ik kon rekenen en die ik vertrouwde. En die liet ik achter, in ruil voor onzekerheid. In het begin van onze reis had ik het daar ontzettend moeilijk mee, maar dat gevoel evolueerde de maanden en jaren die volgden. Heel wat contacten met Belgische ‘vrienden’ vielen weg, maar zij die belangrijk voor me waren bleven, en onze banden werden vaak zelfs hechter dan ooit.

"De natuur speelde de grootste rol in het thuiskomen in mezelf."

In ons oude campertje reisden we traag door Nederland en Frankrijk. Tijdens die maanden kon ik voor het eerst in mijn leven ervaren hoe het voelde om geen verplichtingen te hebben. Niemand verwachtte dat ik iets zou doen of ergens zou zijn. We konden elke dag zelf bepalen wat we wilden doen en waar we heen gingen. Het duurde eventjes voor die vrijheid en rust tot me doordrongen. Dat kwam in vlagen, toen ik aan de rand van een mistig meer stond, de geur van wilde tijm en rozemarijn opsnoof, of onder gigantische ceders liep. De natuur speelde de grootste rol in het thuiskomen in mezelf.

Anders gaan leven in Portugal

Door technische problemen eindigde onze trage reis abrupt in het zuiden van Frankrijk. Dat was erg moeilijk om te verteren, maar omdat er de maanden voordien zoveel ruimte ontstond in mijn hoofd, kon ik er redelijk goed mee omgaan. Ik schoot in mijn planmodus en kreeg alles geregeld om de camper naar Portugal te vervoeren. Dat was uiteindelijk zijn belangrijkste functie: ons huisje zijn zo lang we nog geen andere woonst hadden in ons nieuwe thuisland. We kwamen via kennissen terecht bij de liefste Nederlanders, waar we een half jaar bleven kamperen, tot we verhuisden naar ons eigen stukje land: Terra do Rio.

Dat het leven op het platteland en de boerderij me goed zou bevallen, daar had ik nooit aan getwijfeld. Toch bleken de voordelen nog groter dan ik me op voorhand voorstelde. Het is bijna onmogelijk te beschrijven wat een veranderingen er volgden na de eerste maanden. Ik stond nog steeds op met een hoofd dat meteen begon te draaien, maar had het veel meer onder controle. Er waren namelijk nog maar amper afspraken buitenshuis, (onverwachte) sociale ontmoetingen of plotse prikkels. Ik bepaalde mijn planning volledig zelf en kon schuiven en ‘lege tijd’ inbouwen wanneer ik dat wilde. Dat maakte een gigantisch verschil. Meer verantwoordelijkheid, minder stress. En als er toch spanning was, door wat dan ook, dan kon ik die makkelijker weer laten dalen door de omgeving die we onze thuis mochten noemen. Een grote wandeling met onze geliefde border collie Buju in de vallei, staren naar de dansende populieren of gewoon even in het zonnetje zitten en luisteren naar de vogeltjes. Als kers op de taart leven we nu meer ecologisch verantwoord dan vroeger ooit mogelijk was. Bijna al ons eten is superlokaal en onbewerkt, en we maken bijna uitsluitend duurzame keuzes.

Continu omringd zijn door planten, dieren en kleuren doet iets met je geest. Het maakt het leven lichter. Ik kan elke dag beslissen hoe ik mijn tijd verdeel, en vasthouden aan routines als ik dat wil. De psychiater tijdens mijn diagnosetraject had gelijk: dit leven is de beste keuze die ik voor mezelf kon maken. We zijn erin geslaagd om de grote stap te zetten en voor onze dromen te kiezen, om ons eigen pad te volgen. Dat wens ik iedereen toe.

Forward ever.

Mijn boek ‘Ons Pad – Anders gaan leven in Portugal’ is het pure, persoonlijke en inspirerende verhaal van het pad dat Jannick & ik volgden. Van de hectische voorbereiding en afscheid nemen van alles en iedereen, de onvergetelijke zwerftocht door Frankrijk en de komst van Buju de border collie, tot we ons droomplekje vinden in Portugal.

https://onspad.boeken.cafe

FacebookTwitterShare