Mediarichtlijnen
De Vlaamse Vereniging Autisme (VVA) stimuleert het gebruik van positieve taal rondom autisme en ontkracht diverse hardnekkige mythes in haar mediarichtlijnen. De belangrijkste uitdagingen in communicatie over autisme worden opgesomd en er worden alternatieven geboden. Het stereotype beeld van autisme wordt hierbij ontkracht en afgezet tegen de feiten. VVA hoopt de pers op deze manier te overtuigen om op een positieve en correcte manier over autisme te berichten en zo een aantal misvattingen over autisme uit de wereld te helpen.
Mensen met autisme en persoonlijk betrokkenen aan het woord laten
Het is essentieel dat mensen met autisme en hun direct betrokkenen zelf hun verhaal kunnen vertellen, onder hun eigen voorwaarden. Deze voorwaarden verschillen per persoon en kunnen bijvoorbeeld anonimiteit, communicatie via e-mail of het vermijden van foto's omvatten.
Voor een interview met een persoon met autisme, een ouder, een partner, etc., neem contact op met Frederic Vanhauwaert, interim directeur, via directie@autismevlaanderen.be of 0473/562868.
Communicatie
Mensen met autisme nemen communicatie en taal vaak letterlijk, inclusief gezegden en beeldspraak. Ze hebben vaak moeite met het opmerken, interpreteren en zelf gebruiken van non-verbale signalen, zoals veranderingen in intonatie, volume, gezichtsuitdrukkingen en gebaren. Dit kan leiden tot verwarring en miscommunicatie. Over sommige onderwerpen kunnen autistische mensen zeer uitvoerig spreken zonder dat er sprake is van een echt wederzijds gesprek. Voor hen is een afspraak een afspraak en een regel een regel.
Mensen met autisme zijn uiteraard volwaardige gesprekspartners. Je kunt hen tegemoetkomen door rekening te houden met de volgende tips:
Praat maar raak: 10 communicatietips
- Gebruik korte, directe en eenduidige zinnen en geef heldere instructies in plaats van opdrachten in vraagvorm.
- Herhaal gerust je zin als je dat nodig acht; dit zal niet als beledigend worden ervaren.
- Verwoord de boodschap positief: vertel wat wel kan, niet wat niet kan.
- Laat gerust wat stilte vallen tussen je zinnen en vragen. Dankzij deze ademruimte kan je gesprekspartner de informatie beter verwerken.
- Wees zo expliciet mogelijk in je tijdsaanduidingen; vermijd dus 'zo meteen' en zeg 'binnen vijf minuten'.
- Ondersteun de boodschap met visuele informatie.
- Stem je verbale en non-verbale boodschap op elkaar af zodat ze elkaar niet tegenspreken.
- Kies indien mogelijk een prikkelarme omgeving als gesprekslocatie zodat je gesprekspartner zich beter kan concentreren.
- Vermijd aanrakingen: mensen met autisme zijn vaak over- of ondergevoelig voor zintuiglijke prikkels zoals geluid, geur, smaak en aanraking.
- Zeg wat je doet en doe wat je zegt; dit geldt uiteraard voor iedereen.
Al deze richtlijnen en meer informatie over begrippen en communicatie zijn te vinden in de brochure die hieronder kan worden gedownload.