Coping met Corona

Eind januari lees ik voor het eerst over het Sars-cov2-virus, uit de familie der ‘corona-virussen’, dat de besmettelijke luchtwegaandoening COVID-19 bij mensen veroorzaakt.  Ik hoor het enkele dagen later ook van de longarts waar ik regelmatig op consult ga. Zij voorspelt dat dit in het voorjaar veel in de media zal komen en een aantal mensen in het ziekenhuis zal doen belanden.

Ik vraag haar wat ik eraan zal kunnen doen. Mijn handen regelmatig wassen, wegwerpzakdoeken gebruiken, in mijn zakdoek niezen en/of hoesten en als ik ziek ben thuisblijven, is de raad die ik krijg. Niet panikeren of je isoleren. En sociaal afstand houden, voegt ze eraan toe. Dat doe ik nu al, zeg ik haar. Ik ben graag voorbereid en dank haar voor die informatie. Op dat moment hou ik mijn hart vast voor de reacties van andere mensen, meer bepaald de mensen die ofwel hysterisch ofwel apathisch reageren op gezondheidsinformatie.

Ruim een maand later komt COVID-19 steeds vaker in het nieuws. De mensen om me heen beginnen te spreken over de Chinese griep, later ‘corona’. Eerst gaat het over de arts die het ontdekte, het zwijgen opgelegd werd, en er uiteindelijk aan stierf. Begin maart slaat het verhaal om en wordt er over ‘corona’ gesproken als over een ‘oorlog’, of wordt verwezen naar de ‘zwarte dood’, de Middeleeuwse pestepidemie. 

Intussen vult mijn mailbox zich met activiteiten die uit – of afgesteld worden. Ook mijn omgeving dringt erop aan van mijn activiteiten – spreken voor scholen of organisaties over mijn autismebeleving – toch maar af te zeggen, en ‘thuis te blijven’. De organisaties waar ik mee samen werk lijken dat overdreven te vinden of lijken in verstomming geslagen. Is het nu ernstig of niet? Moet ik iets doen of niet? Ik hou het er voorlopig op dat ik niets doe en afwacht. Intussen hoor ik van mijn huisarts dat ik weliswaar in de meest kwetsbare groep zit, maar al goed bezig ben.

De volgende weken zal de verwarring alleen nog maar toenemen. De onvoorspelbaarheid die het dagelijks leven er zo lastig op maakt, is nog groter omdat niemand echt goed lijkt te weten wat wel en niet te doen. Dat is lastig, maar aan de andere kant ook leerzaam. Waar de ene er alles aan doet om voorzichtig te zijn, vind de andere dat we ‘zoals gewoonlijk moeten voortdoen’.

Als persoon met autisme heb ik al wat ervaring met onzekerheid. Het onvoorspelbare groepsgedrag maakt me daarentegen wel bang.

Sommige mensen in mijn omgeving worden daarentegen erg hysterisch, en beginnen te hamsteren, van wc-papier tot invriesbare voeding. Of ze geven mij betuttelend allerlei tips, die ik zelf al lang wist en toepas. Ik vind het hoe langer hoe meer bevreemdend, en kijk met open mond toe hoe mensen die ik tegenkom bij het winkelen voortdurend hun handen wrijven met antibacteriële gel. Of wanneer ze zich al dansend, als in een ballet, manoeuvreren om toch maar niet in elkaars fysieke nabijheid te komen.

Naast onvoorspelbaarheid en veranderingen in gedrag van anderen, komt er naarmate de tijd verstrijkt ook steeds meer ‘lege tijd’.  Evenementen worden uitgesteld. Afspraken blijken toch niet door te gaan. Niet altijd van harte, zo blijkt uit de mails die ik krijg. ‘Hoewel wij er niet in geloven, zetten we onze kritiek even opzij, en sluiten we ons solidair aan uit burgerzin. Daarom gaat uw consult later door. Hou u goed.’ Dat maakt mij er niet minder ongerust op.

Als persoon met autisme heb ik al wat ervaring met onzekerheid.  Al zolang ik me bewust ben. Paniek in mijn hoofd, niet meer helder kunnen nadenken, mijn lichaam dat wisselt tussen vechten en vluchten.   Ik heb er noodgedwongen mee leren omgaan. Lege tijd, nieuwe regels en routines,... het schrikt me niet af. Het onvoorspelbare groepsgedrag maakt me daarentegen wel bang.  Zoals het hamsteren, maar ook gewoon voortdoen met oude gewoontes en negeren van advies terwijl mensen sterven.

Er is niet veel meer dat ik kan doen dan zorgen dat ik zelf gezond blijf, en hoe ik wekenlang een goed dagritme kan aanhouden, met voldoende activiteiten, tot alles ooit weer 'normaal' wordt.

Natuurlijk is het voor mij ook erg onwezenlijk wat er gebeurt. Als ik even het nieuws probeer weg te denken, zie ik rondom mij geen enkel teken van een of andere epidemie, laat staan van een luchtwegvirus. Alleen een meer uitgesproken vorm van kuddegedrag. Ik kan er mij maar geen beeld van vormen wat er aan de hand is, en vind dat erg lastig. Alle mooie grafieken, schema’s en tips tegen de verspreiding van het virus ten spijt, want voor mij lijkt er een heel ander virus losgelaten, dat veel moeilijker te bekampen is.

Wat blijft is toch vooral een machteloos gevoel en niet weten wat ervan te denken. Er is niet veel meer dat ik kan doen dan zorgen dat ik zelf gezond blijf, en hoe ik wekenlang een goed dagritme kan aanhouden, met voldoende activiteiten, tot alles ooit weer ‘normaal’ wordt.

Gelukkig zijn er op het internet – en bv ook in mijn boek ‘Autistisch Gelukkig’ - tips te over hoe je zo’n overzicht weet te maken als klassieke structuren het laten afweten. Daarnaast zijn er heel wat mensen die voldoende creatief zijn om van de nood een deugd te maken, en oplossingen te bedenken (online, thuis, samenwerken zonder in elkaar nabijheid te hoeven zijn). Ik denk trouwens dat een aantal mensen met autisme daarin een bijzonder inspirerende inbreng kan doen. Veel vormen van samen werken zijn volgens mij ook gebaat met wat meer sociale afstand. Ik kijk ook uit naar de webinars, skypegesprekken, en andere vormen van online leren waar sommige mensen het niet voor hebben.

Wat mij daarnaast ook helpt is de onophoudelijke stroom van herkauwde of uit de context gerukte nieuwsberichten over dat virus te negeren, en iets te doen wat ik graag doe. Ik heb er gelukkig geen moeite mee lege momenten op te vullen met wat mij een goed gevoel geeft. Onder andere de gratis 'auti-goed-gevoel vragenlijst' heeft me geholpen om concreet te maken welke zintuigelijke sensaties, activiteiten, overgangen en gewoontes mij positief stimuleren.

Verder focus ik me op het aantal mensen die hersteld zijn, een overgrote meerderheid, en probeer ik de zon in het water te zien schijnen.  Geen handen hoeven te schudden, geen omhelzingen, geen ongemakkelijke momenten door de twijfel wat nu juist is en wat niet, … ik heb het altijd al willen doen, en nu moet ik het zelfs doen. Bovendien ben ik er zeker van dat die besmettelijke luchtwegaandoening die ooit niet heeft bestaan binnenkort, en vroeger dan we denken, tot de medische geschiedenis zal horen. Tot dan probeer ik me zo goed mogelijk te houden, gezond en zo gelukkig mogelijk, en er te zijn voor al wie ik graag heb.

 

Sam Peeters (Tistje.com)

FacebookTwitterShare