Sociale contacten

Het ligt als introvert in mijn aard om sociaal contact – in eender welke gedaante- uit de weg te gaan. Zonder voorbereiding voel ik me als een acteur met plankenkoorts die het script nooit gekregen heeft en bijgevolg niet begrijpt wat er aan de hand is of wat er van mij als personage wordt verwacht. Als ik kan kiezen blijf ik het liefst zwijgzaam op de achtergrond.
Toch is sociaal contact noodzakelijk. Ik kan er niet aan ontsnappen wanneer ik zelfredzaam wil zijn en mijn eigen zaken wil regelen. Dan probeer ik terug te vallen op de Social Stories die ik mezelf heb aangeleerd doorheen mijn leven. Die contacten zijn echter altijd vluchtig en oppervlakkig en ze kunnen nooit de basis vormen voor een vriendschap of relatie. Ze voelen geforceerd en stroef omdat ik mezelf als persoon met autisme moet verbergen achter een zorgvuldig geconstrueerd masker. Het helpt mij om te overleven in een vreemde wereld vol vreemde gezichten. Dat masker bestaat uit de gesprekken die ik heb geobserveerd en geanalyseerd. Ik bestudeer de gelaatsuitdrukkingen, gebaren en gesproken taal van mijn gesprekspartners en probeer deze dan te spiegelen of na te bootsen. Als kind deed ik hetzelfde met personages uit films, series en boeken. Uit persoonlijke ervaring weet ik dat mezelf zijn, met mijn autistische trekken, me vaak in conflict brengt met mijn omgeving en heel vaak afkeuring en afwijzing als eindresultaat heeft.

Observeren en luisteren zijn an sich niet zo moeilijk, maar de analyse en de verwerking van al deze informatie loopt al eens fout. Ik interpreteer die informatie vaak op een atypische manier, een manier die afwijkt van de norm, bovendien helpen ze me niet om te achterhalen waarom mensen zeggen wat ze zeggen of waarom ze doen wat ze doen. De intenties van anderen blijven een raadsel voor mij. Ik vind het tevens een hele opgave om al die ongeschreven sociale regels te onthouden en toe te passen, ze veranderen vaak naargelang de situatie waar ik me in bevind.
Het vinden en voelen van connectie blijft de grootste uitdaging. In gezelschap voel ik me eenzamer dan in m’n eentje. Een gesprekspartner vinden die op dezelfde golflengte zit lijkt onmogelijk. Het ontbreekt me niet aan taalkennis, woordenschat, interesses en gespreksonderwerpen. Eerder gaat het om een fundamenteel verschil in contact zoeken en onderhouden. Praten over koetjes en kalfjes lukt me niet, ik loop dan vast en sta er zwijgend bij. Vaak krijg ik dan te horen dat ik timide, onzeker, dromerig of ongeïnteresseerd overkom. Wanneer ik de kans krijg om te praten over wat me boeit word ik langdradig, betweterig en vermoeiend (om naar te luisteren) genoemd.

Aan oppervlakkige gesprekken heb ik persoonlijk niets. Communicatie en sociaal contact hebben pas zin en betekenis voor mij wanneer mensen vrij zijn om hun kennis en ervaringen te delen. Ik luister graag naar de persoonlijke ervaringen van anderen, hoe zij denken en voelen, hoe zij de wereld op hun manier ervaren. Wanneer een gesprek voelt als een ingestudeerd stukje toneel of een strategisch spelletje schaak haak ik af.
Een drukke omgeving vormt een extra struikelblok, de vele prikkels zijn overweldigend en het is onmogelijk voor mij om wisselende conversaties te volgen tussen verschillende gesprekspartners. Zinnen die niet afgemaakt worden, mekaar abrupt onderbreken, onverwachts van gespreksonderwerp veranderen in combinatie met de vele achtergrondgeluiden maken het voor mij zeer frustrerend en vermoeiend om deel te nemen aan het gesprek. Ik kan er absoluut niet van genieten, het voelt als een gevecht dat ik niet kan winnen omdat ik er geen controle over heb. Nadien voel ik me leeg en vraag ik me af waarom ik blijf proberen om dergelijke contacten in stand te houden. Ik voel me dan verplicht om te beantwoorden aan de verwachtingen van anderen, om leuk te vinden wat zij leuk vinden. In realiteit zit ik er verveeld en overprikkeld bij, te wachten tot ik eindelijk terug naar huis mag gaan.

Zonder woorden kan ik me getroost en geborgen voelen in een omgeving die mij aanvaardt zoals ik ben.

Ik heb lang geprobeerd om mezelf aan te passen aan het sociale leven van anderen. Uit angst voor eenzaamheid en afwijzing bleef ik volhouden terwijl ikzelf steeds ongelukkiger werd.
Enkele jaren geleden heb ik beslist om het anders aan te pakken. Ik ben kieskeuriger geworden in de nieuwe sociale contacten die ik wens aan te gaan, en de sociale contacten die er reeds zijn en die ik eventueel wil behouden. De nadruk ligt nu op mijn wensen en verwachtingen, alsook mijn persoonlijke grenzen die ik niet kan verleggen. Een uitnodiging voor een druk familiefeest, een etentje in een vol restaurant, een onaangekondigde shopping trip laat ik nu zonder schuldgevoelens aan mij voorbijgaan.
Verjaardagen en andere feestelijke gelegenheden zoals Kerst en Nieuwjaar vier ik enkel nog in intieme kring. Ik geef ook de voorkeur aan mijn verjaardag vieren in mijn eigen vertrouwde omgeving, om stress en overprikkeling zoveel mogelijk te vermijden. Een verjaardagsfeestje waar ik nadien een week van moet herstellen spreekt me niet aan en wekt tegenzin op. Als ik mag kiezen zoek ik liever de stilte en de rust op, in de natuur, of ergens in een rustig hoekje met een boek. Ik kan daar meer van genieten dan van het eeuwige geratel in een drukke wereld die alsmaar sneller draait en raast. Het tempo ligt me niet en ik zoek steeds meer naar m’n eigen ritme. Ik ben tot het besef gekomen dat ik sociaal contact niet ervaar zoals mensen zonder autisme. Ik heb niet altijd gesproken taal of woorden nodig om mezelf uit te drukken of om anderen te begrijpen. Ik kan bijvoorbeeld wel verbintenis voelen met de wereld rondom mij wanneer ik kan uitwaaien in het bos. Zonder woorden kan ik me getroost en geborgen voelen in een omgeving die mij aanvaardt zoals ik ben. Mijn gevoelens kan ik beter uiten op papier of doek, in kleuren en in beelden. In dat creatieve proces hoef ik geen rekening te houden met ongeschreven sociale regels. Ik heb er zelfs geen gesprekspartner voor nodig. Wat vriendschap betreft heb ik me altijd beter gevoeld in het gezelschap van dieren. Zij leven in het nu, vellen geen oordeel, en verstaan de kunst van onvoorwaardelijk graag zien. En ze storen zich nooit aan (ongemakkelijke) stiltes.

Autisme hebben betekent vaak je eigen handleiding schrijven, dat geldt ook voor het hoofdstuk Sociaal Contact. Ik heb geleerd dat ik kan kiezen om mijn weg te bewandelen in het gezelschap van anderen, wanneer ik dat nodig acht. Ik kan achter of naast hen lopen, af en toe loop ik eens op kop. Maar ik mag er ook voor kiezen om mijn weg in m’n eentje te zoeken, ver weg van het tumult van die rumoerige groep, vrij om verloren te lopen en nieuwe wegen in te slaan, of om die zware rugzak even te laten zakken en uit te rusten in de schaduw van een eenzame boom.
 

Liesbeth Capiau

FacebookTwitterShare