Ik heb nooit veel met muziek gehad voor ik 16 was. Samson & Gert, Kabouter Plop, en vooral veel Disney – dat was het repertoire.
Tot ik de Pastorale van Nicole en Hugo hoorde op de radio. De muziek was niet wat mij aansprak, het was de tekst. Zoiets had ik nog niet gehoord. Ze bleek van Lennert Neigh te zijn en de originele versie met Ramses Shaffy en Liebeth List blies me van mijn sokken.
Het was de stem van Ramses, zijn manier van zingen … Maar dat schrijf ik nu achteraf. Ik wist niet wat me zo aantrok. Gaandeweg werd het zelfs de levensstijl van Ramses die me aansprak.
Ik ontdekte steeds meer van zijn repertoire en zo ook de liedjes waarop hij zichzelf begeleidde op piano. Eerst vond ik dat hij altijd hetzelfde deed. Gaandeweg hoorde ik meer verschil. Een leerproces is een scheidend proces, als je begint althans. Je moet die cirkel ook weer rond maken.
Nog toen ik 1 6 was vierden wij op school onze eigen 1 00 dagen, met het vierde middelbaar welteverstaan. Ik zou een act doen. Een week lang geloofde ik echt dat ik ging opstijgen met 400 heliumballonnen in die kapel – maar uiteindelijk viel de keuze op piano spelen.
Moest ik wel eerst leren.
Opa had er een. Het lied had ik ook al: “We zullen doorgaan.” Elke dag drie nieuwe noten, te leren uit een haastig uit Nederland overgekomen tonenboek met de liedjes van Ramses. Ik had twee weken.
Het was overmoedig en mijn act is er nooit gekomen, maar de passie bleef. Of laten we het hyperfocus noemen.
Elke dag – en nacht – blijven oefenen op een goedkoop midikeyboard. Noot per noot.
Gaandeweg gewoon beginnen pingelen.
Het was een verslaving – ik stelde mij vaak een pianoklavier voor waar ik toetsen op indrukte. En dan wou ik zo graag weten hoe het zou klinken. En wat zijn dat papa? Akkoorden? Dat moet je eens uitleggen. De eeuwige vraag. Dit klinkt. Maar waaróm klinkt het? Aha, tonica van deze tonaard. En je speelt er de negen op. Jazzy.
Ramses begeleidde zichzelf vaak met zeer klassieke akkoorden. Dat wou ik begrijpen. Ik vond ze ook bij Rachmaninov, bij Fauré, bij Debussy. Maar niemand doet het zoals Ramses. Hij is half
Russisch en geboren in Frankrijk. Dat hoor je in zijn muziekdelta.
Ritme kwam er met de Beatles, mijn tweede revelatie. Ik hield eerst van hun
akkoorden, daarna kwam de rest. Vanuit ritme ging de reis verder: jazz, folk, musical, en zoveel meer. En de Beach Boys. Ik raad iedereen hun album Pet Sounds aan.
Ik heb vaak een enorme focus op mijn interesses. Dat moet bekend klinken hier. De ene keer is het programmeren, dan is het weer film of een boek proberen schrijven.
Muziek improviseren is de enige passie die mijn hoofd niet vernauwd, waar ik me in
verlies zonder me te verliezen. H et is mijn
vorm van mediteren. Je gaat aan de piano zitten en je doet wat. En dat luistert nauw.
Niet nadenken.
Ik vergelijk het vaak met een liedje dat in je hoofd zit. Dat heeft iedereen wel eens. Een gedachte die in je hoofd zit, die leidt veel meer af.
Ik vrees dat ik er wel meer andere mensen gek mee maak, mijn gezin moet "We zullen doorgaan." onderhand al vijfhonderd keer gehoord hebben.
Wanneer ik ga knutselen gaat het weer de mist in. Je probeert een lied te schrijven en je past en meet.
Ramses schreef de meeste van zijn liedjes in één keer, hij kon enorm goed improviseren. In muziek en in het leven. Daar heb ik veel van geleerd. Van de idolatrie ben ik wel af. Ik heb even gehuild toen hij overleed in 2009. En hij blijft een anker in mijn denken over mensen. Maar ik zou mijn leven niet willen inrichten zoals hij dat deed. Of toch, maar dan op mijn manier. Minder onrust. Misschien was hij iemand die heel veel dingen instinctief verstond, maar toch nooit thuis kon komen.
Ik heb nog meer ontdekt door Ramses. Muziek wordt geboren uit stilte, ze vult de stilte niet op.
Zoals woorden hun kracht verliezen als ze niet uit de stilte geboren worden.
En dat je je alleen kunt verbinden met anderen vanuit alleen zijn.
A propos, ik kan nog steeds geen noten lezen, ben nooit verder geraakt dan de eerste pagina van "We zullen doorgaan." Ik was weer overmoedig.
Tot slot.
Thomas