Ik (man van 58 jaar jong) ben bijna 2 jaar lang als vrijwilliger gaan helpen bij mensen die een opvanghuis (klinkt niet echt leuk, maar was het wel) wilden oprichten voor probleemjongeren. Alleen al dat woord! Wij gebruikten dat zelf nooit, nee, het waren jongeren met problemen, geen jongeren die problemen veroorzaakten. Ik hield me vooral met de technische kant van de zaak bezig, en dat was nodig ook. Ons gebouw was jaren een stal voor koeien geweest, en moest een leefruimte worden met zithoek, eetplaats, keuken en toilet. En dat lukte nog ook!
Eén van de dames die de jongeren begeleidde had een dochtertje van 2 jaar oud. Voor de verjaardag van dat kind heb ik samen met een jongere die bij ons kwam een houten hartje gemaakt met haar naam er in dat ze kon ophangen in haar kamer. Zo had die jongere een mooi cadeautje om te geven en ik had hem kunnen leren hoe iets te maken uit hout. Win-win dus, met als extra pluspunt dat dit ons bijna niks kostte, wat zeker belangrijk is voor een vereniging.
Er kwam bij ons ook een jongedame met autisme. Autisme is iets dat ik enkel kende door er over te horen vertellen, en daaruit volgt dikwijls een verkeerde inschatting. Je (of ik toch) hoort over autisten enkel dat het in zichzelf gekeerde personen zijn, dat ze bijna niet reageren en het moeilijk is om tot hen door te dringen. Die jongedame was wel zeer aangenaam om mee om te gaan als je zelf ook de moeite deed om haar te benaderen vanuit het standpunt dat ze autisme had. En een week nadat we het hartje voor dat kindje getoond hadden in onze groep komt die jongedame aarzelend bij mij. “Je hebt samen met X zo’n mooi hartje gemaakt, ik vind dat toch heel mooi. Mijn vriend verjaart volgende week, en ik zou hem ook graag zo’n hartje geven. Zou je dat willen maken voor mij? Met deze tekst er op:‘Love you to the moon and back’. “
Met een open instelling kan je mensen met autisme begrijpen en er fantastische momenten mee beleven.
Natuurlijk maakte ik nog zo’n hartje. Of toch bijna, want ik werkte het niet af omdat ik samen met die jongedame de finishing touch wilde doen. Ze vroeg me naar het hartje, en ik toonde wat ik al gemaakt had. Het hartje moest nog vastgeschroefd worden op een houten voet zodat het kon blijven rechtstaan, en dat moest zij doen vond ik. “Maar… ik kan dat niet met zo’n vijs. Da lukt nie bij mij…” zei ze teleurgesteld. Hier was ik op voorzien, en ik had al gaatjes geboord waar de schroeven moesten komen zodat het gemakkelijker schroeven was. Ik legde alles nog eens goed uit, en 10 minuten later had ze zelf de schroeven er in gedraaid! Dan moest nog haar tekst op het hartje komen, en die had ik al uitgeprint. Met de voor autisme zo kenmerkende precisie knipte ze de letters perfect uit, en kleefde ze op het hartje. Klaar! Het geschenk voor haar vriend had ze zelf afgewerkt!!! Ze bleef er minuten lang met een glimlach op haar gezicht naar kijken, haar ogen straalden. Ik genoot van naar haar te kijken, ze had iets “zelf” gemaakt waar ze trots op was nu.
Maar plots werden haar ogen iets donkerder, en er kwam een traantje door. Ze draaide zich om naar mij, en zei stilletjes: “Bedankt dat je mij geholpen hebt…”
En dan weet je waarom je 2 jaar onbetaald gaat helpen bij die jongeren. Het vraagt enkel een open instelling om hen te begrijpen en er zelfs fantastische momenten mee te beleven.
Roland Vanwolleghem