Be Aut'hentic • Annelore

Trotse begeleidster van mijn gasten

Annelore

 

Ik heb geen autisme. Ik ben trotse begeleidster bij volwassen met autisme, van opleiding ben ik ergotherapeut, maar sinds ik de stap heb gezet naar De Okkernoot, ben ik helemaal open gebloeid. Ik werk nu al iets meer dan 6 jaar bij mijn gasten. 

Ik zeg ‘mijn’ gasten, want zo voelt het ook. Zelf ben ik kinderloos, dus al mijn zorgende liefde gaat naar hen. Ze zijn elk hun eigen persoonlijkheid, niet de autist, maar een mens die ergens in het autisme spectrum zit, de een al wat duidelijker dan de andere.
‘Mijn’ gasten, want de ouders delen de zorg met ons, wat ik een hele eer vind dat ik het mandaat krijg om ook voor hun kind te zorgen, lief en leed te delen. Ik stop hen mee in bed, ik zorg dat ze voldoende en gezond eten, ik verzorg kleine pijntjes. Dank u ouders dat jullie deze verantwoordelijkheid met ons willen delen, want ik snap dat toegeven dat je het niet alleen kan, een hele zware dobber is.

Ik zeg ‘gasten’ want dat voelt voor mij het best.
We kunnen het hebben over ‘bewoners’ dat is correcter. Ze wonen bij ons, maar daar zit niet veel gevoel in.
In de dossiers spreken we over ‘cliënten’ want dat is veel officiëler. Zij vragen de zorg aan bij ons.
Over ‘kinderen’ spreek ik niet. Het zijn enkel de kinderen van hun ouders, maar ondertussen zijn ze allemaal volwassen. Ondanks de mentale kinderleeftijd van sommigen bekijk ik hen niet zo. Ze zijn mensen die vertrouwen op ons voor goede zorg, structuur en duidelijkheid.
Ik zeg ‘gasten’ omdat dit enigszins mijn respect voor hen uitdrukt, ik bekijk hen niet als een kind, ik beschouw hen als meer dan enkel een bewoner en voel veel meer voor hen dan een klinische ‘cliënt’. 

Annelore

Ik heb bij elke gast een andere begeleidingsstijl, elke gast wordt op zijn manier benaderd. Met respect voor iedereen.

In mijn 6 jaar als begeleidster ben ik ook al gegroeid. Ik ken de meeste gasten door en door en kan inspelen op een moeilijk moment. Moeilijke momenten kan je uitleggen en duiden door zo eerlijk mogelijk te zijn door op hun eigen niveau te communiceren. Ik heb al gemerkt dat ik bij een diverse groep (vb. Bij het wandelen) bij elke gast een andere begeleidingsstijl heb, elke gast wordt op zijn eigen manier benaderd en krijgt een eigen ‘taaltje’. De ene speelt graag Engelstalige games, die spreek ik soms in het Engels aan. De andere is normaal begaafd en snapt ironie, die spreek ik gewoon aan met gepaste humor. De volgende kan alleen letterlijke communicatie aan. Nog een andere herhaalt tien keer hetzelfde die geef ik na de derde keer dezelfde vraag te beantwoorden na een waarschuwing een denkbeeldige klets rond zijn oren. Met respect voor ieder. Bij de kennismaking durf ik al eens te vragen of ik hem of haar met prins of prinses mag aanspreken en dit is dan ook deel van mijn begeleidingsstijl, ze zijn zelf vrij om hier op te antwoorden en ik hou hier dan ook rekening mee. (Dit helpt me ook soms als ik al eens een naam vergeet ?)

In de werking zelf en de praktische zaken zie ik dat ik door het werken met mijn gasten ook soms in patronen verval en dat alles op dezelfde manier verloopt. Alles zit gestructureerd in mijn hoofd en zo verloopt het meestal ook het vlotst. Als iemand te vroeg op een afspraak verschijnt, door omstandigheden iets pas later doorgaat, dan is helemaal mijn structuur verdwenen en kan ik ook even tilt slaan, wat dan wel snel opgelost is. 

Maar hoe ook een begeleidster van gasten met autisme in het spectrum zichzelf terugvindt.

FacebookTwitterShare