Eén zijn met mezelf

Mijn parcours is anders verlopen dan verwacht: de oorspronkelijke en huidige thuisomgeving / school / kinderen ... Ik had het graag anders gezien, terugdraaien kan ik niet. Ik kan er alleen maar uit leren. Ik ben 63 jaar en kreeg mijn diagnose autisme toen ik 54 was. Mijn leven is een zoektocht en ik kijk hoe ik mijn talenten kan inzetten om het voor mezelf zo leefbaar mogelijk te maken.

Belangrijke waarden vind ik: eenvoud / nastreven van soberheid, vooral in mijn woning is dit mijn dada / klare taal spreken / efficiënt leven en handelen /

Zwoegend met angsten, gedachten, waardoor ik mij toch al heel sterk heb laten bepalen - ik nam dit aan voor waar - voor mij was dit realiteit: ben een domme, anderen moeten niet van me weten - ik kan niets / ben niet waardevol / ik hoor er niet bij ... = een heel hardnekkig fenomeen voor mij.
Ik heb al heel wat geïnvesteerd hiervoor om steviger te worden. Dit is voor mij echt niet evident.

Wat ik doe / kan: ik verwacht dit van mezelf / het is vanzelfsprekend / dit ‘moet’ van mezelf / wil het ook:  om mijn plan te trekken / zelfstandig te zijn / streven naar het volgen van mijn eigen ritme.
Ik heb geen vaste uren om iets te doen / het is heel uiteenlopend, heel wisselend / plots krijg ik een inzicht en energie voor iets / daar dan gehoor aan geven. Uitstelgedrag komt ook wel voor .... met momenten vind ik dit wel jammer. Ik train mezelf ook om ergens toch een rode draad in te vinden: wanneer, wat, best aanpakken. Ik streef er heel sterk naar mezelf te trainen in het aanpakken en afwerken: op alle vlakken vind ik dit heel essentieel. Dat geeft een heel sterk en positief effect in mijn hoofd en ook voor het beeld van mezelf.

Mijn grootste huiswerk is om alles zo helder mogelijk te krijgen in mijn hoofd.

Ergens ook wel heel dankbaar om de ervaringen / om de evolutie die ik mocht en mag meemaken.

Ik streef er nog steeds naar om beter in mijn vel te zitten. Om het zo helder mogelijk te krijgen in mijn hoofd / daar zit mijn grootste huiswerk.
Ik zie vooral in mijn eigen leefruimten een gigantische evolutie (andere keuzes:  verf en behang - afwerking - indeling), en ook in mijn kledij. Het moet één zijn met mezelf. Dat lukt al aardig vind ik, ook al ben ik geneigd dit schroomvol te zeggen.

Een hele grote stressfactor is nog steeds: contact met mensen / dicht op elkaar wonen / iets moeten vragen of zeggen / communicatie. Niet evident voor mij om hulp te vragen of iets door een ander te laten doen. Hoe zal een ander het doen, zal ik wel op mijn gemak zijn als die er is?
Sedert mijn diagnose heb ik het geluk dat ik hulp krijg / ondersteuning / dat is voor mij heel belangrijk / stimuleert me ook om zelf heel wat aan te pakken op allerlei terrein / ik kan delen met die persoon wat me bezighoudt / wat ik wil verwezenlijken / het positieve hiervan voor mij is: een neutraal persoon - beroepsmatig, daardoor weten dat het oké is om iets te vragen voor mezelf.

Met momenten ben ik al heel gelukkig en blij als ik heel mooie ervaringen heb / klare taal durf spreken met kracht én stevigheid. Omringd worden door de natuur / natuurlijk leven / mag voor mij nog steeds veel meer en groter zijn. Het zien van bloemen en planten. Er zorg voor kunnen dragen doet me goed.

Ik leg de lat voor mezelf heel hoog. Het moet ‘kloppen’/ passen bij mezelf / en indien mogelijk: perfect. ? Door het feit dat ik zó gevoelig reageer op kleuren, geuren, indeling, kwaliteit van de materie, stemmen, woorden en gedrag van ... merk ik dat ik vaak aansluiting mis. Ervaar ik mezelf nog vaak als een vreemde eend in bijt.

Ruth

FacebookTwitterShare