Toen ik 15 jaar oud was kreeg ik de diagnose autisme. Het was een opluchting, maar tegelijkertijd kwamen er heel veel vragen naar boven. Zo wist ik waarom ik anders was dan anderen en hele dagen met kaarten en een rekenmachine kon doorbrengen, maar was het ook niet gemakkelijk om te weten wat er allemaal door het autisme kwam en wat niet. Ik zat toen in de kunsthumaniora in Antwerpen en daar suggereerden ze aan mijn ouders om testen te laten doen. Ik had heel veel last van veranderingen, hetgeen nu net veel gebeurde op die school.
Ik had al een lange weg afgelegd voor mijn 15de, zoals pesterijen op school en vele conflicten thuis. Alles moest goed voorbereid zijn of ik geraakte in paniek en beeldspraak was heel moeilijk om te begrijpen. Langs de andere kant waren er ook wel mijn sterke kanten. Ik was bijvoorbeeld heel goed in nummerplaten en telefoonnummers onthouden en was heel goed in details zien.
Rond mijn 13de begon ik mezelf pijn te doen. Op school zeiden de leerlingen dat de andere gevoelens dan weg zouden gaan. Het hielp inderdaad. Al mijn andere gevoelens, zoals verdriet, kwaadheid en onzekerheid, gingen weg voor even.
Op mijn 15de ongeveer ben ik dan ook nog expres beginnen overgeven op momenten dat ik mezelf niet pijn kon doen, bijvoorbeeld als het warm was en ik niet wou dat ze de krassen op mijn armen zagen. Uiteindelijk deed ik het ook gewoon op het moment dat ik iets moeilijk moest doen. Het was een gewoonte geworden. Alles wat ik deed was om alle moeilijke dingen te ontwijken. Ik had continu last van negatieve gedachten. Ik wou dood en wou er niet meer zijn in die rare wereld. Die gedachten namen heel mijn leven over. Nu zijn ze er nog altijd, maar wel al veel minder aanwezig tegenover vroeger.
Rust en therapie in de psychiatrie
Tijdens mijn schoolperiode waren er twee opnames in de psychiatrie. De eerste was voor een paar dagen en de tweede was voor zes weken. Ik werd opgenomen omdat ik te veel medicatie had genomen en iedereen ongerust was. Die opnames zorgden voor een paar dagen of weken rust, maar meer dan dat haalde ik er niet uit.
Dan was er corona en weer een opname. Dit keer ging ik in zeven maanden tijd van het ene ziekenhuis naar het andere. Er was maar één afdeling waar ik mij echt begrepen voelde, de gesloten afdeling in Duffel. Daar namen ze de tijd om naar mij te luisteren.
Eind 2022 moest ik terug een paar dagen in opname omdat ik teveel medicatie genomen had. Ze beslisten echter dat ik mij na een paar dagen al veel beter voelde en stuurde mij naar huis. Ik was helemaal niet klaar om naar huis te gaan. Ik had nood aan een gesprek met een psycholoog, maar dat mocht ik niet van de dokter. Waarom weet ik nog altijd niet. Toen ik terug thuis was, was het afwachten tot ik wel ergens terecht kon.
Honden en paarden helpen mij om zowel bezig te zijn, als op tijd te stoppen. Zij geven mij signalen waardoor ik meestal weet wat ik moet doen of hoe ik mij voel.
Op 16 januari 2023 ging ik terug in opname, dit keer in De Steiger in Gent. Het begin was voor mij heel moeilijk, want het was weer een nieuwe afdeling, met nieuwe mensen. Uiteindelijk voelde ik me daar begrepen. De therapieën hielpen mij ook vooruit. Ik kreeg onder andere muziektherapie, hondentherapie, houtbewerking en nog zo veel meer.
Bij muziek kon ik heel veel loslaten, dus daar werd het soms emotioneel. Ook leerde ik grenzen verleggen door nieuwe dingen uit te proberen zoals zingen.
De therapie met de hond hielp mij veel vertellen en ook weer veel grenzen te verleggen. Meestal begonnen we met een wandeling. Tijdens zo'n wandeling vertelde ik veel omdat dat makkelijker gaat al wandelend. Daarna hadden we nog een knuffel of foto moment. De hond Aedìn hielp mij vooral door er gewoon te zijn. Gewoon haar erbij hebben deed heel veel voor mij. Als ik bijvoorbeeld iets moest doen waar ik stress voor had, mocht ik haar meenemen en dat deed de stress al een heel pak dalen.
Bij houtbewerking leerde ik vooral hulp vragen.
Na die zes weken mocht ik in dagtherapie, want het voelde toch nog niet oké genoeg. Door alle gesprekken en therapieën daar, voelde ik mij altijd een stukje beter. Ik kon mezelf zijn en niemand bekeek mij raar als ik het moeilijk had. Ik leerde om mijn tranen toe te laten, hoe moeilijk het ook soms was. Ook mijn zelfvertrouwen ging naar omhoog.
Op 7 november 2024 was mijn laatste dag daar. Ik voelde mij klaar om weer alleen tegen de wereld te vechten samen met de begeleiding die ik thuis had. Thuis was dat mijn woonbegeleidster die me hielp bij communicatie en ook praktische dingen zoals naar de winkel gaan en dan was er nog dagbesteding die was opgestart in Katrinahof. Tijdens de dagbesteding werd er op maat gewerkt. Ik maakte onder andere groeimeters, houten meters met cijfers en tekeningen erop, zodat kinderen hun grootte konden meten. We gingen wandelen en ik deed nog wat bandwerk. In het begin was het nog wat zoeken, maar nu ben ik blij dat ik daar naartoe ga.
In december ging ik nog eens een weekje in opname en in april was er terug een opname van tien dagen. Toen bekeken ze ook de mogelijkheid om regelmatig een opname te plannen, zodat ik altijd een rustmomentje kon hebben.
Nala, mijn hond die zorgt voor steun en structuur
In oktober 2023 kwam Nala in mijn leven. Een Engelse Cocker Spaniel. Mijn doel was om Nala op te leiden tot een hond die mij kan ondersteunen in bepaalde dingen. Zoals wanneer er te veel prikkels zijn voor mij zou zij mij kunnen helpen om weer tot rust te komen door bijvoorbeeld druk te geven. Voorlopig hebben we het doel nog niet gehaald, maar we zijn wel al geslaagd voor de basis gehoorzaamheid. Ze is ook nog maar 1,5jaar. Nala zorgt ook voor structuur. Ik moet ze alle dagen verschillende keren buiten laten, moet oefenen voor de lessen die we volgen en moet haar genoeg bezighouden zodat ze haar niet begint te vervelen.
Tijdens muziektherapie kon ik heel veel loslaten, dus daar werd het soms emotioneel.
Ik probeer ondertussen thuis in balans te blijven door goed te zoeken naar wat ontspanning brengt, en energie geeft of wat inspanning en veel van mij vraagt. Zo moet ik constant, dag per dag, bekijken hoeveel rust ik moet inplannen en wat ik allemaal kan doen. Bijvoorbeeld, wanneer ik in het dagcentrum Katrinahof ben geweest, kan ik daarna niet veel meer gedaan krijgen thuis en moet ik toch wat rusten. In de leefgroep Raveel tijdens de dagbesteding kijken ze ook naar wat er per dag lukt. Heb ik nood aan meer rust, dan krijg ik die daar ook al.
Het is met vallen en opstaan
Honden en paarden helpen mij ook om zowel bezig te zijn, als op tijd te stoppen. Zij geven signalen aan mij waardoor ik meestal weet wat ik moet doen of hoe ik mij voel. Mijn hond komt bijvoorbeeld tegen de schaar duwen als ik wil krassen. Paarden lopen bijvoorbeeld weg van mij als ik mij niet goed voel.
Over de toekomst ben ik op dit moment nog heel onzeker. Ik ben zoekende naar wat ik of wat anderen willen, waarbij ik moet kijken wat haalbaar is voor mij. Dat onduidelijke maakt mij nog erg onzeker. Ik heb geleerd dat ik niet meer op automatisme mag verder leven, want dan doe ik meer dan ik aankan. Met de handvaten die ik al gekregen heb kan ik weer verder en sta ik sterker in mijn schoenen om de wereld aan te kunnen.
Evi Danssaert